Als u geïnteresseerd bent in een stad waar de grote restauraties nog niet zijn uitgevoerd, dan kan ik u een bezoek aan Saint-Omer aanraden. Een beetje vuil en vervallen, maar met een haast tastbaar verleden. Nog geen verwoeste puien en schreeuwende prijsacties van de grote winkelketens. Neen, u waant zich in de tijd voor 1900. Veel architectuurjuweeltjes, gothiek, barok en classistisch. Saint-Omer, 350 km van de randstad. Misschien wel de leukste stad van ‘les Pays Bas’. En het plaatselijke bier is excellente.
0 Comments
Historische muurreclames. We hadden er veel in Nederland. Hadden. Want een behoorlijk aantal ervan is in de loop der tijd verdwenen. Den Haag bijvoorbeeld heeft er nog maar zestig. Maar het tij is gelukkig gekeerd. Nederland toont meer eerbied voor deze gevelreclames uit de periode van 1900 tot ongeveer 1940. We beschouwen ze als erfgoed. Ze worden opgenomen en omschreven in catalogi en soms zelfs gerestaureerd. We zien ze als een schilderachtige uitstraling van onze steden en erkennen de historische waarde ervan. Dat proces verloopt overigens niet altijd gladjes. Voor en tegenstanders van restauratie vechten elkaar soms uit de tent. Kijk bijvoorbeeld maar eens op http://erfgoedstem.nl/?s=muurreclame In Frankrijk liggen de zaken duidelijk anders. De Fransen kennen een overvloed aan magnifieke muurreclames en opschriften, maar ze springen er heel onzorgvuldig mee om. Als een Fransman gaat klussen blijft er niet veel over van hun erfgoed. Een voorbeeld daarvan is te zien in de Rue du Lycée in Saint-Omer, Artois. Een aardige, ietwat vervallen straat met veel oude puien met oude opschriften. Daar slaat de laatste jaren ook de vernieuwingsdrift toe. Met als gevolg dat een mooi opschrift uit de jaren veertig verdwenen is. In 2003, 2009 en afgelopen zomer maakte ik daar de drie hierbij afgebeelde foto’s van het restauratieproces. Ik vraag me af of de straat er met deze ‘opknapbeurt’ werkelijk op is vooruitgegaan. Daar komt nog bij dat aan de overzijde van dit pand nog een pand werd ‘schoongerestaureerd’. Een gevel met een prachtig patin van jarenlange verwaarlozing, maar daardoor heel schilderachtig. Een lichtpuntje in de Rue du Lycée is de restauratie van de fraaie barokke gevel van een verlaten Jezuitenkerk. Deze stamt uit de tijd dat het Waalse Jezuiten College gevestigd was in Saint-Omer. Toen gelegen in de Spaanse Nederlanden. Hopelijk geeft die restauratie de straat weer enige allure. En verder hoop ik dat de Art Deco belettering een paar huizen verder gespaard blijft. Maar ik zal niet gek opkijken als een bricolerende amateur met een sloophamer op de loer ligt. Met het beschermen van erfgoed valt in Frankrijk nog veel te winnen. . Beletteringen uit de 20e eeuw, uitgevoerd in gebakken en geglazuurde tegels, merkte ik voor het eerst op in Frankrijk. In de streek rond het kanaal, de Pas de Calais. Het plaatsje Desvres aldaar kende een omvangrijke aardewerk industrie en was een belangrijke leverancier van tegels met opschriften. De vormgeving van die opschriften was van een hoog niveau. Dat was te danken aan de kunstenaars die voor de fabriek werkten. Bij het maken van hun ontwerpen gingen zij tot op de bodem van hun creatieve vermogen. Die toepassing van tegelbeletteringen had ook een duurzame reden. In een zeeklimaat, zoals in het Nauw van Calais, is het onderhoud heel eenvoudig: alleen afspoelen. Ik heb in Pas de Calais de laatste 10 jaar een aantal van die gezichtsbepalende opschriften gevonden en gefotografeerd. Nooit heb ik geweten dat deze techniek ook in Nederland werd toegepast. Maar, beter laat dan nooit, ik ontdek steeds meer in tegels uitgevoerde opschriften in en rond Den Haag. +ART NOUVEAU+ Zo trof ik op de portiersloge van de gasfabriek aan het Trekvlietplein een belettering aan, die geïnspireerd is door de Art Nouveau. Deze belettering draagt als signatuur de naam 'Rozenburg'. En dat ligt voor de hand. Want de architect die dit mooi gedetailleerde gebouw in 1905 heeft ontworpen, wenste natuurlijk ook een geavanceerde belettering. En waar kon je toen beter terecht dan bij de firma Rozenburg, waar veel kunstenaars aan verbonden waren. Kunstenaars die zich toen uitleefden in allerlei voorwerpen uitgevoerd in aardewerk die nu als collector’s items hoge prijzen opbrengen. De opschriften aan gevels vormen voor mij een tot nu toe onbekend product van die bekende aardewerkfabriek. +GEEN TRADITIE+ Het is een mooie belettering, ook al is het ontwerp niet volgens de traditie van de letter-vormgeving gemaakt. Waarschijnlijk gemaakt door een kunstenaar die het vak van tegelvormgeving en glazuur tot in de puntjes beheerste. Maar zeker geen letterspecialist. Buiten de drukkerijen bestond er in die tijd in Nederland ook geen lettertraditie. Anders dan in bijvoorbeeld Engeland, waar veel letterspecialisten werkten. Het maken van beletteringen was een redelijk nieuw vak. Alles was toegestaan. En dat kun je aan deze belettering zien: deze is uitgevoerd in een fantasieletter en is nogal krap gespatieerd. De letters staan erg dicht op elkaar, waardoor de leesbaarheid op afstand pover is. Maar de kleurstelling, het contrast van het opschrift, is erg smaakvol en passend bij de kleur van de baksteen en de architectuur. Tegenover de portiersloge, op het hoofdgebouw van de voormalige gasfabriek, is een mooie voorstelling te zien van de gasproductie. Het verhitten van kolen tot 1000 graden waardoor gas vrijkomt. Het restproduct werd als 'cokes' verkocht voor de kachels van Den Haag. Het is een voorstelling waarin de Rozenburg kunstenaar zich creatief behoorlijk heeft uitgeleefd. Een mooi stukje Haagse geschiedenis is hiermee bewaard gebleven. Ben benieuwd welke kunstenaar deze voorstelling heeft gemaakt. Wordt vervolgd… Londen 1966. Met mijn Leica maakte ik een opname van The Key Stall op Chapel Market in de afbraakwijk Islington. Een buurt die er tegenwoordig anders, maar niet veel beter uitziet. Kort geleden kwam ik een vergelijkbare opname tegen van dezelfde Key Stall in het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam. Een foto van Jan van Keulen, mijn docent vormgeving aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag, waar ik toen mijn opleiding volgde. Op het moment van fotograferen stonden wij naast elkaar. Die vondst was een leuke trouvaille tijdens het doorspitten van de omvangrijke fotocollectie van Jan van Keulen. Deze is ondergebracht bij het Nederlands Fotomuseum. Toen ik enige tijd geleden over de Pont des Arts in Parijs wandelde, moest ik weer aan die foto denken. Al die sleutels van die duizenden sloten aan de brug liggen op de bodem van de Seine als teken van eeuwige trouw. Ontsnapping uit zo’n knellende relatie is onmogelijk, want The Key Stall zoals ik fotografeerde is allang verdwenen. De foto is van John M1061, bekijk zijn opnamen op Flickr, John's 1061's photostream. www.flickr.com/photos/69104462@N08/9313098779/in/photostream Maar er blijkt een nieuwe Key Stall te zijn Een foto die ik, zoals de Pont des Arts afbeelding vond op Flickr. http://www.flickr.com/photos/ibisbill/7474921568 gemaakt door Michael Rank. De oude stall was een wonder van gelijkmatige belettering, heel strak toegepaste schreefloze kapitalen in verschillende gradaties. Hoewel de oude Key Stall uitermate eenvoudig is van opzet, lijkt de vakman een betrouwbare leverancier van duplicaat sleutels. De nieuwe kraam is consequent beletterd met onregelmatige, handgeschreven kapitalen en ziet er uitermate rommelig uit. Je vraagt je af of gekopieerde sleutels van deze leverancier wel zullen werken… Een goed voorbeeld van de werking van typografie. In de Franse stad Limoges werd in de achttiende eeuw de juiste aarde gevonden voor het vervaardigen van porselein, wit en hard. Dat was het begin van een groeiende én welvarende lokale industrie. Dat is onder meer te zien op het stedelijke kerkhof, het Cimetiere de Louyat. Veel welgestelden uit de streek lieten zich daar ‘En grande pompe’ begraven, met op hun grafzerken porseleinen opschriften. Een soort eetborden gemonteerd op de zerken. De toepassing van deze porseleinen opschriften vond plaats vanaf het midden van de 19e eeuw tot rond 1950. De overgebleven grafschriften tonen prachtige letters uit die periode. Het was een tijd dat er met nieuwe lettertypen naar hartelust werd geëxperimenteerd. Niet altijd erg smaakvol, maar wel charmant. Zo merkte ik een achterover lopende cursief op. Wellicht een subtiele verwijzing dat het met de overledenen niet vooruit gaat. En ook vrolijke combinaties van Bodoni (met schreven dus), vette lettertypen, outline schreefloos, een cursieve schrijfletter en een hoogst opmerkelijke cursief die gedeeltelijk omvalt naar links én naar rechts. Dit alles voluit uitgevoerd met de Franse Slag . En niet te vergeten: De faam van het het Limoges porselein is voor een belangrijk deel te danken aan de voortdurende inschakeling van vooraanstaande kunstenaars. Deze kregen voor de vormen van serviezen en vazen én de decoratie daarop de vrije hand. Vooral de Art Nouveau en de Art Deco perioden zijn erg interessant. Te zien in het Nationaal porceleinmuseum in Limoges. Mocht u ooit eens in de buurt zijn, dan is een bezoek aan het kerkhof en het museum een omweg de moeite waard. Maar porselein, hoe hard en duurzaam ook, kan breken. En of die scherven nu nog geluk brengen aan de overledenen is maar de vraag… Ici repose, uitgevoerd in een achterovervallende cursief. Erg suggestief, het gaat kennelijk niet goed met de overledene. De naam van de weduwe is qua lettertype ondergeschikt aan de naam van haar overleden echtgenoot. De emancipatie was nog ver weg. Kennelijk ziet de gemeente het belang van dit grafschrift, want de rechten op dit graf zijn al sinds 1899 verstreken. Frankrijk is het land van de sfeerbepalende muurreclames, zoals die van Dubo, Dubon, Dubonnet en bekende oliemerken als Huile Renault en Elf. Die oude muurreclames dragen bij aan de typisch Franse sfeer, die je zo nu en dan terugziet als onderdeel van de couleur locale in de tv serie over Commissaire Jules Maigret met Bruno Cremer. Die muurreclames behoren tot het Frans erfgoed, maar vaak worden ze nogal achteloos verwaarloosd of zelfs vernietigd. Tot mijn grote plezier is dat niet zo op het laatst overgebleven deel van het oude formule 1 circuit bij Reims-Gueux. In de vijftiger en zestiger jaren triompheerden daar beroemde coureurs. Brabham, Clark, Steward, Ickx en Beltoise om een paar van de bekendsten te noemen. Op dat stratencircuit, bestaande uit delen van de Route Nationale 31 en de D27, werden gemiddelde snelheden gehaald tot 225 km per uur. Het circuit werd na 1970 gesloten en gesloopt, op een deel van de Pitstraat na. Die werd door een enthousiaste club liefhebbers 'geconserveerd', waarbij de oude reclames werden gehandhaafd. Een goed initiatief, want dit soort opschriften verdwijnt meer en meer. Een paradijsje voor race-enthousiasten en lettergekken zoals ik. Oude Franse muurreclames vormen een inspiratie voor de Haagse grafisch schilder Paul Wiggers. Fietsend door Frankrijk legt hij die vervagende boodschappen vast, om ze daarna op eigen wijze en in een aangepaste uitsnede in groot formaat op het doek te zetten. Schildertechniek, typografie en uitgekiende compositie zorgen samen voor prachtige schilderijen. Een hommage aan het Franse erfgoed van de muurreclame én de makers daarvan. Bekijk op www.paulwiggers.nl meer over zijn werk en de visie die de basis vormt voor zijn oeuvre. Kees van Kooten wijdde in zijn laatste boek 'Hartstochtjes' een interessant hoofdstuk aan dat bijna uitgestorven vak van reclameschilder. ISBN 9023476328, lezenswaardig dat boek! De afbeeldingen Dubonnet en Pernod zijn schilderijen van Paul Wiggers Het positieve antwoord komt van Jacques Villeglé (1926) met zijn sculptuur ¥€$. Wandelend door Epinal, de hoofdstad van de Vogezen, passeer je op de Place Lagarde het Musée départemental d'Art Ancien et Contemporain d'Epinal. Het is een modern gebouw met een interessante collectie en zeker een bezoek waard. Die sculptuur van Jacques Villeglé, samengesteld uit 3 valutatekens, staat goed in het zicht vóór het museum. Je kunt het werk zien als een verrassend optimistische uitwerking van het denken over de geldcrisis. +Anoniem scheuren+ Villeglé is een interessante kunstenaar. Hij wijdde zijn leven aan de décollage. Gescheurde resten van posters en reklameopschriften op straat, die door de toevallig overgebleven typografie- en kleurresten interessante abstracte composities opleverden. Villeglé was van mening dat de anonieme scheurder de werkelijke kunstenaar was. Een aantal Nederlandse kunstenaars en fotografen merkten die toevallige kunstwerken op aan het eind van de veertiger jaren en fotografeerden ze. Jan van Keulen die het werk van Villeglé waarschijnlijk al kende, publiceerde van tijd tot tijd een enkele foto van een décollage in de Groene Amsterdammer. Maar ook in de fotoboeken over de Parijse periode van Ed van der Elsken zijn die beelden hier en daar terug te vinden. +Een nieuw schrift+ Villeglé daarentegen zocht én maakte nieuwe décollages als zijn wijze van expressie. Zijn creativiteit bestond uit het scheuren en plakken van typografie, waardoor opnieuw overtuigende collages ontstonden die het tijdsbeeld in flarden overbrengen. Van zijn werk kan ik vanwege copyright hier niets laten zien, maar natuurlijk is het terug te vinden op het internet. Villeglé ontwierp tevens het 'ecriture sociopolitique', het sociopolitieke schrift, waarin o.a. geldtekens zijn opgenomen die de basis vormen van de hiervoor genoemde sculptuur in Epinal. Een door Jan van Keulen aan het eind van de zestiger jaren gefotografeerde spontane décollage. Te vinden op de linkerpagina uit zijn boek over Frankrijk 'Op de Franse toer', geproduceerd in opdracht van Peugeot. In de tijd dat Frankrijk voor veel Nederlanders alleen nog maar nog het land was van de alpinopetten, oh la la, deux cheveaux en pain, vin et Boursin. Het boek is alleen nog via het antiquariaat verkrijgbaar, ISBN 254 5013 X. Foto's en illustraties door Jan van Keulen, redactie Wim Alings. Lees met name het hoofdstuk 'Collage en décollage langs de straat' door Van Keulen. Deze afbeelding heeft niets met het beroemde snoepje te maken. Het is een art nouveau afbeelding van hop 'bellen', hopblad, graan en 3 hoefijzers. Met grote zekerheid gaat het dus over: Bier. De naam van de Drie Hoefijzers Brouwerij komt als eerste bij je op, maar daarover is in de Haagse geschiedenis tot nu toe niets te vinden. Den Haag had in de voorgaande eeuwen meerdere brouwerijen, zoals De Oyevaar, De Roode Leeuw, De Drie Kruijssen, Het Anker en als laatste niet te vergeten: ZHB ook wel genoemd het ZiekenHuisBier. Het tegeltableau van een onbekende artiest maakt deel uit van de bel-etage van een vervallen huis uit ±1900, op de hoek van de Dintelstraat en de Zwetstraat. Achter het voormalige hoofdkantoor van de Postcheque en Girodienst, ook al weer toegevoegd aan het verleden. In een vergeten, rommelig wijkje vlakbij het Rijswijkseplein dat begrenst wordt door de spoorlijn Den Haag-Amsterdam, de Trekvliet, Weteringkade en Binckhorstlaan. In de hoop dat overijverige stadsvernieuwers dit gezichtsbepalende pandje willen voor sloop willen behoeden wordt naar meer informatie over het huis en de bewoner(s) gezocht. Een goede reden om de omgeving van de Haagse Geleenstraat te bezoeken. In het 'nette' gedeelte van die buurt zie je een schoolopschrift waarbij geen twijfel mogelijk is over de tijd waarin hij vervaardigd is. Uitgevoerd in geglazuurd aardewerk én een lettertype uit de twintiger jaren. Een letterfont waar geen naam voor is, helemaal volgens de mode van die tijd. Geplaatst op een uitbundig gedetailleerde gevel. De architect heeft goed gebruik gemaakt van de detailleringsmogelijkheden van gemetselde baksteen, aangevuld met gebakken ornamenten. Mooi dat het gebouw er nog staat, dit soort architectuur geeft sfeer aan die redelijk sombere buurt. Te vinden op de hoek van de Mijdrechtstraat en de Vechtstraat, tussen de Pletterijkade en de Pletterijstraat. Niet ver daar vandaan wordt dichtbij het terrein van de voormalige Staatsdrukkerij, in de Maasstraat nieuwbouw neergezet waar op een moderne manier van baksteen gebruik wordt gemaakt. Creativiteit met eenvoudige baksteen zorgt voor mooie straten. En dat is de link tussen het oude schoolgebouw en de nieuwbouw. Die gewone baksteen is eigenlijk een fantastisch bouwmateriaal. Als je het tenminste op de juiste wijze weet te gebruiken. Enne, die buurt wordt er mooier van. Hulde aan de initiatiefnemer. Hier klikken om te bewerken. Hier klikken om te bewerken. Aan de Costa Brava bij Sant Feliu de Guíxols ligt aan zee een restaurant waar het plafond is geschilderd in een kleur blauw, gemaakt met pigmenten uit de buurt van Rosas. Die kleur is niet erg bescheiden, maar in combinatie met het blauw van de zee, de lichtgekleurde kozijnen en de witte muren een prachtige sfeermaker voor het restaurant. Dat blauw deed mij denken aan de schilderijen uit 1960 van de op 34 jarige leeftijd overleden Franse kunstenaar Yves Klein (6 juni 1962). Zijn werk bestond vooral uit toepassing van de kleur ultramarijn blauw, zijn Blue Monochrome. Ook maakte hij gebruik van de 'Pinceau Vivant' vrij vertaald 'levende kwast'. Wat niet anders inhield dan dat hij zijn model in die ongelooflijk blauwe verf doopte en ze daarna op papier of schilderslinnen afdrukte. Om die kleur weer terug te zien in een restaurant is een prettige ervaring, het lijkt wel of alles door die kleur in positieve zin wordt aangeraakt. En dat was ook de visie én bedoeling van het werk van Klein. Als je die onderdompeling in dat blijmakende blauw, gecombineerd met lekker eten, een keer zou willen ervaren is hier de naam van dat restaurant: Taverna del Mar. Aan de baai van s'Agaro. Ze serveren er zeer goed verzorgd seafood, probeer de gegrilde scheermessen eens of de coquilles St Jacques. Wijnen voor aantrekkelijke prijzen en vriendelijke bediening. Wel even reserveren, die kleur trekt een hoop fijnproevers. Kortom, een gelukkig makende ervaring. |
Over mijzelf,Na een opleiding aan de Koninklijke Academie van Beeldende kunsten was ik betrokken bij de restyling van enkele kranten zoals Het Rotterdamsch Nieuwsblad en De Staatscourant. Daarna startte ik een succesvolle studio voor klanten als Ahold, Albert Heijn, Schiphol, het Elektriciteits--bedrijf Zuid Holland en het Voorlichtingsbureau Vlees. Voor deze en andere opdrachtgevers verzorgden wij magazines, personeelsbladen en alle grafische uitingen die een organisatie nodig heeft. Ons uitgangspunt was de institutionele communicatie. Archives
September 2017
Categories |