Zo wordt er met respect omgegaan met cultureel erfgoed en leidt een ambitieus kunstbeleid tot tal van economische impulsen in steden.
Een sprekend voorbeeld hiervan is te vinden in de stad Bourbourg, gelegen tussen Calais en Duinkerken. Een beetje verwaarloosde stad in een onaantrekkelijke omgeving. Met lelijke restanten van verdwenen industrieën en met pijnlijk zichtbare, diepe oorlogswonden. De erfenis uit het verleden heeft Bourbourg (Broeksburg in het West-Vlaams) weinig moois opgeleverd.
Achter de matglazen wand -een moderne vorm van een doksaal- die de afscheiding vormt van het schip en het priesterkoor, schieten twee reusachtige torensculpturen langs de pilaren omhoog. Uitgevoerd in Frans eiken met het silhouet van middeleeuwse torens. Een ochtend- en een avondtoren, beide te beklimmen om te ontdekken dat de ruimtelijke ervaring vanuit standpunten van verschillende hoogten steeds verandert. De suggestie hierachter is het verheffen van de geest door middel van een fysieke ervaring.
Het priesterkoor van de kerk werd door Caro voorzien van een witte betonnen vloer, die de pilaren en de muren niet raakt uit respect voor de bestaande architectuur. De witte vloer accentueert de helderheid van het koor en is een verwijzing naar de naam van de streek, de Côte d’Opale.
Midden uit het koor rijst uit meerdere delen een doopvont op uitgevoerd in hetzelfde witte beton. Een cirkelvormige drempel met een vorm die je kunt associëren met de kringloop en de hergeboorte van de kerk en van de gelovigen door de doop. Het doopvont is groot genoeg voor complete onderdompeling, zoals bij de vroeg-Christelijken of de moderne varianten van geloof.
Verder heeft Caro rond het het koor het verhaal van de schepping uitgebeeld in 9 haut reliëfs en 2 grote beeldengroepen. Alles, van de sculpturen tot de zitbanken en zelfs de kussens, is door de kunstenaar ontworpen en vormen samen het indrukwekkende kunstwerk.
De schepping is niet kalm verlopen, maar ging met schokken, breuken en plooiingen gepaard. Van chaos tot het verschijnen van fauna en flora. Het water is duidelijk aanwezig uitgebeeld in staal. De sculpturen in het koor vertellen over diepten, zeewezens, Galapagos, kusten, waterpoelen, oevers en vruchten. Alles vóór de komst van de mens. Het wemelt van het leven. In de kruisruimte staan sculpturen over de verschijning van de mens, je ziet terracottavormen -een verwijzing naar de bijbelse klei- bij de pottenbakkersoven van de schepper. Losse delen worden samengevoegd tot de hele mens. In de rechterzijde van het transept een grote sculptuur van Adam en Eva in het paradijs. De slang is aanwezig en ook de nog niet geconsumeerde appel. Het complete ontwerp vormt een combinatie van een religieus en een profaan kunstwerk. Waarschijnlijk voor het eerst zijn het scheppingsverhaal en de evolutietheorie zijn verweven.
De kosten van de restauratie van het koor werden opgebracht door de Franse staat, evenals het grootste deel van de kosten voor het beeldhouwwerk. Ook werden hiervoor forse bijdragen van het bedrijfsleven ontvangen. Het totale budget bedroeg bijna 3 miljoen euro. De realisatie van de visie heeft geleid tot de aanloop van internationale bezoekers. Ook de bevolking van Bourbourg heeft het kunstwerk royaal omarmd en de stad is -door het groeiende toerisme- nieuw leven ingeblazen.