Ieper. Rond de stad honderden begraafplaatsen uit de eerste wereldoorlog.
Serene Engelse begraafplaatsen, waaraan Engelse architecten sinds de wapenstilstand van 1918 werkten. Grote namen als Sir Herbert Baker en Sir Edwin Lutyens, die bij hun ontwerpen de stelling hanteerden, 'Het mogen geen sombere plekken zijn'.
Ondanks dat uitgangspunt is het rouw, vertaald in steen en tuinarchitectuur. Rouw met een vleugje triomf.
De grotere Engelse kerkhoven hebben allen naast een Cross of Sacrifice een Stone of Remembrance. Een altaar met een tekst van Rudyard Kipling; ‘Their name Liveth for Evermore. Uitgebeiteld in een speciaal ontworpen lettertype door MacDonald Gill. Dit lettertype uit Romeinse kapitalen wordt uniform op alle zerken en kerkhoven van de Commonwealth War Graves Commission over de hele wereld toegepast.
Bijzonder zijn twee van de vier Duitse kerkhoven niet ver van de stad Ieper. Langemark en Vladslo. Ingetogen en sober van architectuur, zonder triomfalistische elementen. Zinloosheid en treurigheid op sterke wijze voelbaar gemaakt.
Beide begraafplaatsen bestaan uit sobere granieten zerken afgewisseld met kleine stenen kruisen en beeldengroepen. Op Langemark een groep dwalende soldaten van Emil Krieger. Op Vladslo een aangrijpend treurend ouderechtpaar van de beeldhouwer Käthe Kollwitz. Het graf van haar 18-jarige zoon ligt daar vlakbij.
De Nazis beschouwden de beelden van Kollwitz in de jaren dertig als 'entartete kunst' en wilden van die beelden af.
Op Vladslo rusten 25.644 gevallenen, het ‘studentenkerkhof’ Langemark heeft 44.0000 gesneuvelden van vijf reservecorpsen. Grotendeels omgekomen tijdens het negen dagen durende zinloze offensief van oktober-november 1914, de eerste slag om Ieper. De Engelsen verloren tijdens die slag 55.000 soldaten, de Fransen 50.000.
En dat blijkt een mythe over heldhaftig optreden van zingend aanvallende studenten. Veroorzaakt door propaganda die werd verspreid door de Duitse legerleiding. Jaren later werd het verhaal nog eens bevestigd en aangedikt door een oud ritmeester die daar streed, Rudolf G. Binding in zijn verzamelde oorlogsgedichten en dagboeken.
In zijn verhaal stormden de Duitse troepen in looppas en onder het zingen van 'Deutschland, Deutschland über alles' de veel beter getrainde vijand tegemoet. Aan geallieerde zijde schreef men al snel over de kindermoord bij Ieper.
Recente berekeningen wijzen uit dat er bij die slag 'maar' 300 tot 450 van die jongeren sneuvelden.
Rond 1930 werd de 'Langemarck mythe' opnieuw oorlogspropaganda, waarbij de elitaire studenten werden ingeruild voor frisse 'Volksdeutsche' jongeren. In 1935 richtte Hitler, die aanwezig was tijdens de 1e slag om Ieper, in Berlijn een speciale tempel op voor de Langemarck cultus.
Langemark werd Langemarck. Een naam vergelijkbaar met Königsmack en Bismarck. Propagandistisch bood dat veel meer mogelijkheden dan de naam van het dorp Bikschote, waar de slag grotendeels plaatsvond. Bikschote, onbruikbaar in de propaganda vanwege het mogelijk negatieve rijm dat zou kunnen ontstaan: Bikschote, Deutsche Tote.
Bronnen en meer lezen: Kammelar & Wielinga: De mythe van Langemarck,
Sporen van de Eerste Wereldoorlog in Berlijn. http://www.wereldoorlog1418.nl/langemarck
The Ypres Salient, First Ypres 1914, CWGC archives, London, via http://www.cwgc.org
Volksbund Deutsche Kriegsgräberfürsorge, www.volksbund.de